Woensdag
3
Augustus
Gescheiden
Den zomernacht die hen zo diep ontroert
zal hij wellicht, zij nimmermeer vergeten;
hij was als zij: verwonderd en vervoerd,
zij niet als hij: gepijnigd en verbeten.
Een strelende arm die om een hals zich snoert
is wel een band, maar niet voor het geweten:
zij kunnen zalig zijn, van de aarde ontvoerd,
en verder nooit iets van elkander weten.
Maar eenmaal komt een zomernacht als deze
dat ze in een ster of in een vogelkreet
het uur herkennen dat geheel hun wezen
deed rillen van een bovenaards genot,
om te verkeren in 't onzegbaar leed
der eenzaamheid. Dan zijn zij rijp voor God.
Den zomernacht die hen zo diep ontroert
zal hij wellicht, zij nimmermeer vergeten;
hij was als zij: verwonderd en vervoerd,
zij niet als hij: gepijnigd en verbeten.
Een strelende arm die om een hals zich snoert
is wel een band, maar niet voor het geweten:
zij kunnen zalig zijn, van de aarde ontvoerd,
en verder nooit iets van elkander weten.
Maar eenmaal komt een zomernacht als deze
dat ze in een ster of in een vogelkreet
het uur herkennen dat geheel hun wezen
deed rillen van een bovenaards genot,
om te verkeren in 't onzegbaar leed
der eenzaamheid. Dan zijn zij rijp voor God.
Jan van Nijlen (1884-1965)