donderdag
7
7
mei
De eenzame
De
oogen van den nacht staan voor het raam.
Beneden
draven paarden door de straat.
De
dingen zijn niet meer dan hunne naam.
Ik
ben niet meer dan een ontdaan gelaat.
Het
maanlicht zingt mijn bloed tot dansen wakker,
En
als ik dans, danst mijn schaduw met mij -
Schaduw,
mijn schaduw, mijn eenige makker:
Wij
dansen - zie, ik ben niet meer dan gij.
Ik
ben een stille man waar God mee speelt,
Zoodat
ik 't leven als een waanzin zie -
Maar
soms is alles schoon en alles goed:
Ik
sta voor 't raam, en hoor een melodie
Die
in me dringt en mijn hart bersten doet:
Hoor
hoe hiernaast een kind piano speelt -
Martinus Nijhoff (1894-1953)