zaterdag 3 augustus 2013

Zaterdag
3
Augustus

Een dagje weg



‘t Is zeven uur, we staan vandaag vroeg op
We gaan gezellig naar het plaatsje Schagen
Zo’n dagje uit, dat doen we wel eens meer
En daar we ook mijn schoonmama mee vragen
Plan ik na ieder drie kwartier een stop
’t Is anders te vermoeiend in één keer

Het is wellicht voor haar de laatste keer
Haar hoge leeftijd speelt al aardig op
Hoe lang nog? pleegt ze aldoor maar te vragen
Het antwoord hoort ze dikwijls niet eens meer
Maar goed, ons einddoel is vanmiddag Schagen
Met in het dorpje Bennebroek een stop

Ik denk verbaasd nog na die eerste stop
Het gaat wel heel voorspoedig deze keer
Tot oma roept: ‘ik hou het niet meer op’
En zij om het toilet begint te vragen
‘Oh, jongens, toe nou, vlug, ik kan niet meer
Ik kan beslist niet wachten tot in Schagen’


Het is nog één uur rijden tot aan Schagen
Dus hou ik bij een tankstation maar stop
Op dat moment gaat plots mijn vrouw te keer
Onze Tom Tom houdt er subiet mee op
Ik dien dus vanaf nu de weg te vragen
Die pompbediende weet waarschijnlijk meer

‘U moet rechtsaf en dan voorbij het meer
En dan linksaf, daar staat een bord met: Schagen
Alleen, die kant moet u nu net niet op
Want anders rijdt u mooi tegen de keer
U dient naar links tot aan 't verkeersbord: STOP
En daarvandaan moet u maar verder vragen’

‘Zo duidelijk, meneer, heeft u nog vragen?’
‘Nee, nee,’ ik luister al een tijd niet meer
Langzamerhand krijg ik genoeg van Schagen
En na zo’n twintig malen halt en stop
Met de verkeerde uitleg keer op keer
Is mijn geduld ten langen leste op

Ik ben het zat en hou dus op met vragen
Naar Schagen wil ik überhaupt niet meer
Ik stop ermee; ik keer, ik keer, ik keer!







Remko Koplamp
Foto


Sestina (rijmend)
Bout rimésoort. Aantal regels 6 x 6 + 3 met vrij metrum. Alle rijmwoorden van de eerste strofe komen terug in de volgende met een vaste volgorde om gepaard rijm te vermijden. a is dus altijd hetzelfde woord. In het envoi treedt bovendien binnenrijm op op deze wijze.
Schema: 123456 614325 561432 256143 321654 432561 (1)4(2)3(5)6

vrijdag 2 augustus 2013

Is er iemand die mij kan helpen (ev. te leen) aan een cd, grammofoonplaat of mp3 van onderstaand liedje van Jules de Corte?

Vrijdag
2
Augustus

Liedjes om te zingen

Vier weverkens zag men ter botermarkt gaan
De herdertjes lagen bij nachte
Zie ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan
En wat schiet ons nog in gedachten
Ik ben er de zanger van’t Hollandse lied
Ja zeker, we komen er wel , ook al zijn we’r nog niet
Liedjes om te zingen
Liedjes om te zingen

Er schommelt een wiegje in’t bloeiende hout
Wie zal er ons kindeke douwen
Want spreken is zilver en zwijgen is goud
Altijd is Kortjakje verkouwen
Je leeft maar heel kort, maar een enkele keer
Zo weet ik er vast als het moet nog en heleboel meer
Liedjes om te zingen
Liedjes om te zingen

Wel Annemarieke waar gaat gij naar toe?
Het zonnetje gaat van ons scheiden
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is een roe
Hoe groot en hoe stil is mijn heide?
En over de weide daar blonk er de zon
Alsmede het lied van Piet Heyn die de Zilvervloot won
Liedjes om te zingen
Liedjes om te zingen

De boer had maar ene schoen, weinig genoeg
Ik weet niet, wat zal het beduiden
O, vogeltje, vogeltje, wat zingt gij vroeg
En meer van die zoet geluiden
Een zevental kikkers in één boerensloot
Ik kan het niet helpen, maar heus, ze zijn allemaal dood
Liedjes om te zingen
Liedjes om te zingen

Jules de Corte (1924-1996)

donderdag 1 augustus 2013

Donderdag
1
Augustus

Herinnering
Ik mocht zo gaarne dwalen
Langs bos en heuvelkling,
Als 'k de dorpeling
Langs 't voetpad af zag dalen,
En 't lied der nachtegalen
De herdersfluit verving:
Dan mocht ik gaarne dwalen
Langs bos en heuvelkling.

Ik mocht nog liever dwalen
Langs bos en heuvelkling,
Als 'k meibloem en sering
In 't licht der Maan zag pralen,
En 't bleke groen der dalen
Vol zilverdroppels hing:
Dan mocht ik liever dwalen
Langs bos en heuvelkling.

Maar 't liefst mocht ik er dwalen,
Als 'k langs de heuvelkling
Aan Clara's zijde ging,
En dan bij 't nederdalen,
Na lang en blozend dralen,
Een kus van haar ontving:..,
O mocht ik weer zo dwalen
Langs bos en heuvelkling.

Jan Pieter Heije (1809-1876)

woensdag 31 juli 2013

Woensdag
31
Juli

Grafschrift

Hier ligt, zo ouderwets als komma en punt,
zekere maakster van enige verzen. Gegund
is haar de eeuwige rust, al verwarde het lijk
traditie met avant-garde in haar praktijk.
Op dit graf kunt u daarom niet veel
verwachten,
alleen deze uil, wat klitten, en dit rijm.
O passant, pak uit uw tas uw elektronisch
brein
en weeg Szymborska’s lot in uw gedachten.

Wislawa Szymborska (1923-2012)
Einde en begin, verzamelde gedichten

(Vertaling Gerard Rasch)

dinsdag 30 juli 2013

Dinsdag
30
Juli

Distel

De poëzie is uit mijn lijf gekropen:
te vaak te lang, te veel te laat gewerkt.
De werkstroom heeft het andere verzopen.
Het mooie in het leven werd bezerkt.

Een oogklep hield mijn wijde blik beperkt.
Op hol geslagen bleef ik verder lopen.
Ik heb het eigenlijk niet eens gemerkt.
Mijn brein stond voor geen and’re prikkel open,

totdat er tussen scheefgezakte tegels
een klein maar dapper puntje groen ontspruit,
een distel die zich opmaakt voor de bloei.

Ik weet het wel, ’t is tegen alle regels,
dit moet er met de voegenkrabber uit,
maar ik bedenk me tien keer voor ik snoei.


Niels Blomberg



maandag 29 juli 2013

Maandag
29
Juli

Schepping 1

Met een diepe zucht schept god
de aarde, de lucht en het water
met één streek trekt hij de horizon
zet zichzelf in het firmament
en ziet neer op het hoge land.

In de kleiige aarde
nog zwaar en zilt van zee
trekt de Groninger boer
zijn voren en zaait.

Onder de breedte
van wolken en licht
zwoegt hij zich
naar een plaats voor later.




Miriam Janssen (1951)
uit: Voeten in vandaag (2012) 

zondag 28 juli 2013

Zondag
28
Juli
Koffiliedjen





Arabia,
Batavia,

Gij wieg en woon,
Gij hof en troon
Der koffiboon,
Gij broedt den gloed,
Die goed ons doet;
Gij voedt ons bloed
Met vroeden moed!
Gegroet, gegroet
Gij wieg en woon,
Gij hof en troon
Der koffiboon,
Arabia,
Batavia!



Daar rommelt de trom
Al over het vier,
Daar schommelt zij om
Met geurenden zwier;
Den draaienden kolk
Ontwaaiet de wolk -
Gebrand is de boon,
Zoo bruin en zoo schoon!
Wen schettrend zich rept
De vroolike kok,
En knetterend klept
De koperen klok,
Wen 't zwengelken zwaait
En 't moleken draait,
Dan zijgt in de lâ
Het gemalene dra.



'ne rookende locht
Vol geur ons omringt,
Wen 't kokende vocht
Den koffi doordringt.
Wat kittlend gejeuk
Veur smaak en veur reuk!
Komt, vrienden, te gaar,
De koffi is klaar!
Hem klinke de dank,
Die 't boontjen ons gaf!
Wij drinken den drank
Wel tot aan ons graf.
Nu, 't kopjen maar vol...
Geen kop is op hol!
Een man is een man.
Al leêgt hij de kan!



Arabia,
Batavia,
Gij wieg en woon,
Gij hof en troon
Der koffiboon,
Gij broedt den gloed,
Die goed ons doet;
Gij voedt ons bloed
Met vroeden moed!
Gegroet, gegroet
Gij wieg en woon,
Gij hof en troon
Der koffiboon,
Arabia,
Batavia!




J.A. Dautzenberg (1808-1869)
uit: 
Verspreide en nagelaten gedichten (1869)