Dinsdag
30
Juli
Distel
De poëzie is uit mijn lijf
gekropen:
te vaak te lang, te veel te laat gewerkt.
De werkstroom heeft het andere verzopen.
Het mooie in het leven werd bezerkt.
Een oogklep hield mijn wijde blik beperkt.
Op hol geslagen bleef ik verder lopen.
Ik heb het eigenlijk niet eens gemerkt.
Mijn brein stond voor geen and’re prikkel open,
totdat er tussen scheefgezakte tegels
een klein maar dapper puntje groen ontspruit,
een distel die zich opmaakt voor de bloei.
Ik weet het wel, ’t is tegen alle regels,
dit moet er met de voegenkrabber uit,
maar ik bedenk me tien keer voor ik snoei.
te vaak te lang, te veel te laat gewerkt.
De werkstroom heeft het andere verzopen.
Het mooie in het leven werd bezerkt.
Een oogklep hield mijn wijde blik beperkt.
Op hol geslagen bleef ik verder lopen.
Ik heb het eigenlijk niet eens gemerkt.
Mijn brein stond voor geen and’re prikkel open,
totdat er tussen scheefgezakte tegels
een klein maar dapper puntje groen ontspruit,
een distel die zich opmaakt voor de bloei.
Ik weet het wel, ’t is tegen alle regels,
dit moet er met de voegenkrabber uit,
maar ik bedenk me tien keer voor ik snoei.
Niels Blomberg
Geen opmerkingen:
Een reactie posten