dinsdag 29 mei 2018


Dinsdag
29
mei

Sanskriet?

Mijn ziel is een gesloten boek; ik geef
Aan wie ’t mij vraagt zoo licht den sleutel niet.
De tijd is ver, toen ‘k mij verleiden liet
Tot zoet vertrouwen, waar ik thans voor beef:

Toen ik dien sleutel leende voor een lied,
Een lieven brief, dien meisje of knaap mij schreef,
Een traan, die warm in droomende oogen dreef….
Wat baatte ’t hun? – Zij kenden geen sanskriet.

Ten laatste gaf ik ’t gouden sleuteltje een
Die zeer veel talen – ook sanskriet – verstaat:
– ‘Lees nu mijn boek met aandacht en alleen

En zorg dat gij geen letter overslaat!’
Maar toen hij ’t inzag: – ‘Dit is geen sanskriet.
Veel vreemde talen ken ik, deze niet.


Hélène Swarth (1851-1941)
uit: Sneeuwvlokken (1880)



zondag 27 mei 2018


Zondag
27
mei

ACH GUT, zeiden de dames Groen. Oom Karel is gestorven,
in vredige berusting en zijn eigen ledikant.
We vroegen ons al jaren af: wie heeft zijn klok georven?
Maar hij was nog niet dood. Nu wel, dat staat hier in de krant.

Welaan, zo sprak de dominee, dan gaan we hem begraven.
Ik zal een Woordje Spreken tot de schare rond het graf:
wie dorstig naar vertroosting zijn zal ik volgaarne laven.
Hij pakte zijn geklede jas en borstelde hem af.

Met zonnebrillen en in ’t zwart vertrokken ze naar Zwolle –
koud waren ze op weg of ze verdwaalden in de mist.
Op de begraafplaats zei het schaap: Nu even keihard hollen!
Zo kwamen ze nog net op tijd voor ’t zakken van de kist.

De dominee die elleboogde zich terstond naar voren.
Vaarwel, sprak hij geroerd. Gij waart een Kerel van Stavast!
Daar leken de aanwezigen nogal van op te horen,
vooral een paarsgejurkte heer die klaarstond met een kwast.

Opeens ontstond er trammelant: er was een krans verdwenen!
Toen werd het schaap Veronica op heterdaad betrapt
met lint waarop te lezen stond: Rust zacht, zuster Helene.
Oeps! zei ze. Maar ik had zó lang geen lelies meer gehapt…

Heleen? zeiden de dames Groen. Dat is niet onze oom.
Op naar oom Karel! En dan straks een plakje keek met room.
Judy Elfferich