donderdag 9 oktober 2025

 

donderdag

9

oktober

 

Doodgaan

 

De bomen dorren in het laat seizoen,

En wachten roerloos den nabijen winter...

Wat is dat alles stil, doodstil... ik vind er

Mijn eigen leven in, dat heen gaat spoên.

 

Ach, 'k had zo graag heel, héél veel willen doen,

Wat Verzen en wat Liefde, -- want wie mint er

Te sterven zonder dees? Maar wie ook wint er

Ter wereld iets door klagen of door woên?

 

Ik ga dan stil, tevreden en gedwee,

En neem geen ding uit al dat Leven meê

Dan dees gedachte, gonzende in mij om:

 

Men moet niet van het lieve Dood-zijn ijzen:

De dode bloemen komen niet weêrom,

Maar Ik zal heerlijk in mijn Vers herrijzen.

 

Willem Kloos (1859-1939)

zondag 5 oktober 2025

 

 

 zondag

5

oktober

 

 

Herinnering

 

De gloeiende avond in de kleine stad:

Verlichte ramen stonden ruischend open

Naar zomertuinen en het langzaam loopen

Van de geliefden langs het grijze pad.

 

Als dit geheime ooit wéér te leven was:

Hoe dat het zachte licht van een lantaren

Scheen op de donkere, gedempte blaren,

Wist het hart, dat het van den dood genas.

 

Maar het vergankelijke kent geen keer

Dan in de opstanding der herinneringen;

Gistren is even ver als deze dingen:

In het verleden is de tijd niet meer.

 

Toch zullen bij het sluiten van den kring,

Waarin ons dreef des levens streng beschikken,

Die als de lucht onhoudbare oogenblikken

Onze eenige eer zijn en rechtvaardiging.

 

 

En zullen we, in de wervling van den tijd

En de vervoeringen, die niet beklijven,

Indachtig aan onze oude dagen blijven

Met onvergankelijke aanhanklijkheid.

 

Tot aan het zwichten en het laatst getij,

Wanneer de wereld één wordt met het duistren,

En wij de niet te hooren woorden fluistren:

Voorbij, voorbij, o en voorgoed voorbij.

 

J.C.Bloem