Maandag
15
15
mei
Russisch gebed
“Balalaïka-orkest”
“Balalaïka-orkest”
Heer,
langs de steppen trekken vreemde paarden.
De dag was dor, en avond droef en zwaar.
Heer, op het veld, het rood-en-zwart bezwaarde,
brandt laag de zon, als kaars op een altaar.
De dag was dor, en avond droef en zwaar.
Heer, op het veld, het rood-en-zwart bezwaarde,
brandt laag de zon, als kaars op een altaar.
Heer,
dorpen aan de doez’lig’ einder branden;
de stroom, die langs de dorpen spoelt, is rood.
Heer, stilten, vreemd als schepen, die gaan landen
aan verre kust, staan bij ons, stom en groot.
Heer, machten, angsten die we nauw’lijks kennen,
zinkt nu de nacht op onze schouders neer.
Heer, om ons al gevaren, ongewende
en ongetelde. En gij zo ver, o Heer!
de stroom, die langs de dorpen spoelt, is rood.
Heer, stilten, vreemd als schepen, die gaan landen
aan verre kust, staan bij ons, stom en groot.
Heer, machten, angsten die we nauw’lijks kennen,
zinkt nu de nacht op onze schouders neer.
Heer, om ons al gevaren, ongewende
en ongetelde. En gij zo ver, o Heer!
Johan
Theunisz (1900-1979)
uit: Het klare dagen (1923)
uit: Het klare dagen (1923)