Donderdag
16
Mei
HET BOEK
Toen we konden schrijven was er nog geen Boek
De geest moest eerst zichzelf verzamelen.
Om zich te openbaren moest hij zich verbergen
Zonder een geheim dat zich laat raden geen Boek.
Toen ging het Boek op reis langs blinkende ogen
En tierende lippen, de weg van de ene stilte
Naar de andere woestijn, soms zelf de weg
Altijd meer dan geheugen, wetten en de waarheid.
Toen we konden drukken dreigde voor het Boek
Zich te verliezen in de breedte van de wereld
Maar het hernam zich in telkens andere gedaanten
Altijd vindbaar voor wie zoeken wilde, fluisterend
Op het marktplein, wijdend bij het flakkerend tl
Altijd vindbaar in de letters die hem dragen – tot hier.
Robert Anker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten