Zondag
12
Mei
N.N.
De man zonder naam, ik groet u onderweg
Naar ’t laatste land waar ieder welkom
wordt geheten
Waar niets van niemand hoeft te weten. Dag
meneer,
Zonder papier, zonder identiteit. Wat zocht
u hier? Wat ben u kwijt?
Wie staart nu door een leeg raam en wacht
op u,
Man zonder naam, wacht, terwijl ik praat,
Mijn lege woorden zeg in een lege zaal.
Ik kom te laat. Ik heb u niet gekend.
Niet in uw zwakheid, niet in uw kracht.
Niet in het laatste land, daar, waar u naamloos welkom bent.
Ik weet niet welke taal u sprak.
Wie heeft u liefgehad? In welke kamers
sliep u,
Wie trok uw lakens strak, wie draagt uw
hemden af?
Wie wil er in uw schoenen staan?
Wie zal dan nog uw weg inslaan?
Wie zoekt u nog? Wie weet nog waar u
vandaan kwam?
Wie heeft de stem gehoord, die u toen riep
Naar uw laatste haven, Amsterdam.
Poule des Doods
Geen opmerkingen:
Een reactie posten