maandag 31 december 2012


Maandag
31
December

Er zijn er
Die rotsvast
In kabouters geloven.

Moet kunnen,
Vind ik.
Als god mag,
Dan kabouters ook

Wat is god
Trouwens anders
Dan een grote kabouter?

Men moet geloven
Wat men niet laten kan.

Voor mijn part
Aan god en kabouters tegelijk.
Als ik maar niet hoef,
Als ze mij maar met rust laten.

Jules Deelder
Boekenweek 1997

zondag 30 december 2012


Zondag
30
December

Geloof me toch, als ik van hier
Verdwijn, maakt het niets uit.
Straks bloeit weer de jasmijn en
Geurt de kamperfoelie.
Erger zou het wezen,
Als zij verdwenen waren,
En ik er nog zou zijn.

Hugo Pos (1913-2000)

zaterdag 29 december 2012


Zaterdag
29
December

De Afwasmachine

Aan mijn bestek
Adieu messen en vorken, ik was jullie nooit meer af.
Het is uit tussen ons. Geen toegewijd leuteren meer
tussen zachte doeken, ik stop jullie als lastige kindertjes
in een crèche, ik ben blij dat ik jullie heb,
o, ik zou jullie niet willen missen! maar nooit
meer zullen jullie als bekenden door mijn handen gaan.
Handenbindertjes! voortaan zijn jullie vaat.
Hoor eens, we moeten redelijk zijn, het gaat niet aan
die conversatie na het ontbijt, hoe was de pap,
maakte het ei erg vlekkerig, is er niet al te hard op gebeten 
en was de rabarber verfrissend?

En het douwderideine lepeltje mijn deukje mijn
klein fijn mongooltje, moet jij ook door de molen?

O grote opscheplepel worden je kinderen nu voortaan
zonder aanzien des persoons door het water geslagen?

We moeten niet kinderachtig zijn. Warme sopjes
hebben hun tijd gehad. De wereld eist ons op
voor gewichtiger zaken. Mijn persoonlijkheid
bijvoorbeeld, moet nog ontplooid. Dat
kan natuurlijk niet met jullie, of met de kopjes.

Judith Herzberg

vrijdag 28 december 2012


Vrijdag
28
December

Onder de Brandaris

Dit is het huis genaamd de duizend vrezen.
Hij die er slapen wil hij zal er waken.
Een oppermachtig licht slaat er zijn kruisen.
Met interval van donkere seconden
waarin de branding zwaarder schijnt te ruisen
verschijnt een mene tekel op het laken:
En wat geweest is, het wordt zwart bevonden.
Ik was hier 's nachts, ik was in duizend vrezen,
vrezen des doods, waarvan ik niet kan spreken,
in een gericht van licht alleen gelaten.
En aan de dageraadstrand alleen gebleven,
met licht getekend en genoemd met name,
van onuitwisbaar licht het zegel dragend.
Wat ik geschreven heb, heb ik geschreven,
hij doopt met licht. Ik waag het hem te vrezen.

Ida Gerhardt

donderdag 27 december 2012


Donderdag
27
December

Jeruzalem

De hele wijk hier
Is vergeven van
Verkeersagenten
Die op hoge palen
Met hun scherpe snavels
Staan te wijzen
Hoe je kan verdwalen
En die pas verdwijnen
Als het licht
Onder hun poten gaan branden
En ze hun nesten gaan opzoeken

Ben Drukker
Uit: Meernieuws, oktober 1997

woensdag 26 december 2012


Woensdag
26
December

Ik is

Ik is geen Hollandse dichter.
Een Utrechtenaar is ik niet.
Ik is niet als een blik.
Ik schaam zich nergens voor
Waar hij zich schaam om niks.
Ik is een spiegelreflex.

Ik neem van alles in zich op,
De wereld neem ik aan op zicht.
Ik is een bodemloze dood.

Ik raakt niks, niemand aan,
Word nergens door bewogen.
Ik is niks als een blik.

Edwin den Boer

dinsdag 25 december 2012


Dinsdag
25
December

Adressen

In het verhaal van mijn twee steden
is het vooral in deze stad
dat mij meteen weer is ontgleden
wat ik het meest heb liefgehad.

Mijn Amsterdamse perioden
meet ik als vanzelfsprekend af
aan onvergetelijke doden
om wie ik onvergeeflijk gaf.

En altijd loop ik in den blinde
door de bekende buurten rond
om iets van vroeger te hervinden
wat ik ook vroeger nergens vond,

maar mij zal nimmermeer gebeuren,
aan deze gracht, in gene straat,
dat een van de vertrouwde deuren
als vroeger voor mij opengaat,

want achter deze gevels is er
in leven geen die op mij wacht;
De Houtmankade, Roemer Visscher,
Constantijn Huygens, Brouwersgracht.
Jean Pierre Rawie

maandag 24 december 2012



KERSTMIS

Als er geen dwarrelende vlokjes zijn
Geen belletjes en klokjes zijn
Dan is er iets met Kerstmis mis
Als het niet koud aan alle kanten is
Geen weer voor wollen wanten is
Dan is er iets met Kerstmis mis
Als er geen kaarsjes en geen lichten zijn
Geen vrolijke gezichten zijn
En zeker als niet iedereen er is
(Dan is er iets
Dan is er iets)
Dan is er iets met Kerstmis mis

Als je geen boom met zilv’ren ballen hebt
Geen feestje met z’n allen hebt
Dan is er iets met Kerstmis mis
Als er geen zelfgebakken broodjes zijn
En als er geen cadeautjes zijn
Dan is er iets met Kerstmis mis
Als je niet soms aan lang geleden denkt
Niet af en toe aan vrede denkt
En als die ster, die grote, er niet is
(Dan is er iets
 
Dan is er iets)
Dan is er iets met Kerstmis mis
(Dan is er iets met Kerstmis – mis!)

Ivo de Wijs

Maandag
24
December


CRUIJFF 50


Hun zeggen Johan Cruijff wordt vijftig jaar,
dus in principe is dat een gegeven,
want net als bij het voetbal heb het leven
dat dus de dingen volgen na mekaar.

Je ken in wezen honderd worden, maar
normaal gesproken word je nooit meer zeven.
Op die soort basis is dus veel geschreven,
want als je hier bent, ben je dus niet daar.

Je moet je ergens aan de regels houden,
in een sonnet en op het voetbalveld.
Dat is dus logisch, denk je bij je eigen.

Je wordt wel ouder, maar je blijft de oude.
Jij, Johan, bent nog lang niet uitgeteld,
maar ik moet nu na nummer veertien zwijgen.

Jan Kal

zondag 23 december 2012


Zondag
23
December
DUIZENDSTE SONNET
Vandaag schrijf ik mijn duizendste sonnet:
ik kan het niet, en zal het ook niet kunnen,
zo stelt het rariteitenkabinet
dat ‘s lands subsidiegelden goed moet runnen.

De literaire opperste sovjet
verzocht ik mij een werkbeursje te gunnen.
Ook dit jaar zei het Fondsbestuur weer ‘Njet’,
omdat mijn werk zo afsteekt bij het hunne.

Ik had er zeer mijn zinnen op gezet,
geen moeite schuwend om te zegepralen,
maar Nederland miskent me tot en met.

Oligofrenen en microcefalen,
minkukels in de uitvoering der wet,
u dient een echte dichter te betalen.

Jan Kal
1000 sonnetten, 1966-1996

zaterdag 22 december 2012


Zaterdag
22
December

Op het Zandpad

Het is op een stille dag.

Na het boodschappen doen
Ga ik tussen zeven en acht
Nog even naar Arie kijken,
Hoe hij daar zal liggen
Op het Zandpad.

Ik zie het al meteen:
Het kon niet beter.

Daar is hij
Mooi en krachtig
In zichzelf opgenomen,
Buiten zichzelf getreden
In een schoonheid
Die hij nu voorgoed bezit.


Schrijver en vechter gesneuveld
Voor ik weet niet wat
Maar eervol, op een eervol veld

In een sterke stilte.

Remco Campert

vrijdag 21 december 2012


Vrijdag
21
December

Er is maar één land
De aarde
Er is maar één volk
De mensheid
Er is maar één geloof
De liefde

Floor Wibaut (1859-1936)

donderdag 20 december 2012


Donderdag
20
December

Huis te Vraag

'k Ging naar begraafplaats Huis te Vraag,
Om nieuwe verzen op te halen,
Ze liggen er los in de haag,
Waarop de zonnestralen stralen

Vooral wanneer het als vandaag
Geregend heeft met lange halen
en er uit elke wolkenvlaag
zo weer een stortbui neer kan dalen.

    
Maar het hek was dicht, hoewel het uur
Van sluiten nog niet had geslagen.
En plots maakte ik me hevig zorgen.

Houden die verzen het wel tot morgen?
Als ze daar in de haag vervagen,
Is dat een ramp voor de kultuur!
Hendrik van Teylingen(1938-1998)
Op 25 dec 1998 kwam van Teylingen op zijn zestigste te overlijden als gevolg van een hersentumor. Hij werd begraven op het kleine kerkhofje Huis te Vraagwaarover hij ooit een gedicht had geschreven dat daar op een monument was geplaatst:. Daar Huis te Vraag vol was hebben zijn kinderen en aanhangers zijn urn illegaal bij het monument in de grond gestopt. Hij ligt er dus niet officieel begraven.

woensdag 19 december 2012


Woensdag
19
December

Helix hedera

Getrouw tot in den dood roept het ons toe:
Waar het klimop eenmaal recht
Innig zich heeft vastgehecht,
Daar scheurt storm noch vorst het af.
De eigen plek wordt eens zijn graf.

Zoo is het ook met trouwe min:
Laat dus, vesttet ge eens uw zin,
’s harten keus niet roekeloos waarheen
Klimop’s  liefsten beeld omranken.

dinsdag 18 december 2012


Dinsdag
18
December

Als ik de dingen niet meer weet;
als ik de namen niet meer ken
en wat ik zeg meteen vergeet,
zodat ik onherkenbaar ben, 
begin dan aan een heel oud lied.
Dan zing ik mee
En aarzel niet .

Geert Boogaard (1908-1990)
Uit: Alles om niet

maandag 17 december 2012


Begrafenisblues

Zet alle klokken stil. De telefoon moet af.
Weerhoud met een vet bot de hond van zijn geblaf.
Stop het pianospel. Draag met omfloerste trom
De kist de woning uit. Rouwdragers, kom.

Laat vliegtuigen daarboven kreunen van de nood
En in de lucht de boodschap schrijven ZIJ IS DOOD.
Ga rouwkragen bij duiven om hun witte halzen doen.
Geef de verkeersagenten handschoenen van zwart katoen.

Mijn noord, mijn zuid, mijn oost en west was zij;
Mijn werk van door de week, mijn zondags vrij;
Mijn middag en mijn middernacht; mijn taal, mijn lied.
Ik dacht dat deze vriendschap eeuwig was. Dat was hij niet.

De sterren zijn niet langer nodig: doof ze maar.
Doe weg die maan, en haal de zon maar uit elkaar.
Giet leeg de oceaan, en veeg het woud aan kant.
Want uit niet één ding komt nog ooit iets goeds tot stand.

W.H.Auden
Vertaling: Jan Kal

Maandag
17
December


Een biefstuk is gewoonlijk
Afkomstig van een koe.
Als men een biefstuk pijn doet,
Dan zegt de biefstuk:"Boe!"

Doch als een biefstuk hinnikt
Bij onverwachte pijn,
Dan zal er hoogstwaarschijnlijk
Iets niet in orde zijn.

 

Daan Zonderland. 1909-1977 Pseudoniem van D.G. van der Vat.
Uit: Redeloze Rijmen en alle andere verzen. Baarn, 1982

zondag 16 december 2012


Zondag
16
December

Er is nooit een tijd geweest dat
Ik er niet was,
Noch gij,
En er zal nooit een tijd komen
Waarin wij ophouden te zijn.

Dat wat niet is, zal nooit zijn;
Dat wat is zal nooit ophouden te zijn.

Het zelf
Dat alles wat wij zien doordringt
Is onvergankelijk.

Niets kan het vernietigen.

zaterdag 15 december 2012


Zaterdag
15
December

Zet het blauw
van de zee
tegen het
blauw van de hemel,
veeg er het wit
van een zeil
in en de
wind steekt op.
Willem Hussem (1900-1974)