Begrafenisblues
Zet alle klokken stil. De telefoon moet af.
Weerhoud met een vet bot de hond van zijn geblaf.
Stop het pianospel. Draag met omfloerste trom
De kist de woning uit. Rouwdragers, kom.
Laat vliegtuigen daarboven kreunen van de nood
En in de lucht de boodschap schrijven ZIJ IS DOOD.
Ga rouwkragen bij duiven om hun witte halzen doen.
Geef de verkeersagenten handschoenen van zwart katoen.
Mijn noord, mijn zuid, mijn oost en west was zij;
Mijn werk van door de week, mijn zondags vrij;
Mijn middag en mijn middernacht; mijn taal, mijn lied.
Ik dacht dat deze vriendschap eeuwig was. Dat was hij niet.
De sterren zijn niet langer nodig: doof ze maar.
Doe weg die maan, en haal de zon maar uit elkaar.
Giet leeg de oceaan, en veeg het woud aan kant.
Want uit niet één ding komt nog ooit iets goeds tot stand.
W.H.Auden
Vertaling: Jan Kal
Geen opmerkingen:
Een reactie posten