Woensdag
23
Oktober
Spotlied op de vegetariërs
Vegetariërs zijn lieden,
Die 't gebruik van melk verbieden.
Weldra zal men niet gedoogen
Dat de moeders kindren zogen.
Kindren moeten zich vergasten
Aan gefiltereerde kwasten.
Alle zuigelingen staken
Als ze daarmee kennis maken.
En het menschdom gaat ten onder
Door dat zeuren en gedonder.
Want 't is zoo deftig, 't is zoo fijn
Vegetariër te zijn.
Vegetarisch adem halen
Is je middel tegen kwalen;
Ademhalen door een netje
Is ons allernieuwste pretje,
Want het is ons streng verboden
Zelfs bakteriën te dooden.
Om zoo'n beest niet in te slikken
Moet de menschheid dan maar stikken.
En het vangen van de vlooien
Wordt ons mettertijd verbooien.
Want 't is zoo deftig, 't is zoo fijn
Vegetariër te zijn.
Niemand draagt meer beenen knoopen,
Gaat op leêren zolen loopen.
Leer en been zijn beide zaken
Die we van de dieren maken.
Tandenborstels zijn verboden,
Daarvoor moet men beesten dooden.
Aan zoo'n borstel zitten haren
Die weleer van varkens waren.
Weg met alle wollen kleeren,
Daarvoor moet men schapen scheren;
Kleeren kan men dan niet koopen ....
Gaan we in Godsnaam nakend loopen.
Ja, we zullen zoo verdwazen
Dat we in de wei gaan grazen.
Want 't is zoo deftig, 't is zoo fijn
Vegetariër te zijn.
Koos Speenhof (1869-1945)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten