Woensdag
1
juni
Verdrinken
ô Diepe zee, ô wijde plas!
Wat ligt er in uw golven
Al menig-een bedolven!...
Maar toch! - hoe groot het aantal was
Van hen, die in Uw' afgrond zonken,
Toch zijn er vrij wat méer verdronken
In 't klein jeneverglas.
ô Diepe zee, ô wijde plas!
Wie in Uw' vloed moest sneven,
Weet, dat zijn dood en leven
Toch in de hand des Heeren was! -
Maar wie zegt, in Wiens hand zij zonken,
Die in het helsche vocht verdronken
Van 't klein jeneverglas!
Verdrinken
ô Diepe zee, ô wijde plas!
Wat ligt er in uw golven
Al menig-een bedolven!...
Maar toch! - hoe groot het aantal was
Van hen, die in Uw' afgrond zonken,
Toch zijn er vrij wat méer verdronken
In 't klein jeneverglas.
ô Diepe zee, ô wijde plas!
Wie in Uw' vloed moest sneven,
Weet, dat zijn dood en leven
Toch in de hand des Heeren was! -
Maar wie zegt, in Wiens hand zij zonken,
Die in het helsche vocht verdronken
Van 't klein jeneverglas!
J.P. Heije (1809-1876)
uit: Al de volksdichten, deel 2 (1865)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten