maandag
17
17
juni
Bloemen
Als alle
mensen eensklaps bloemen waren
zouden zij grote bloemen zijn met lange snorren.
Vermagerde vliegen, dode torren
zouden blijven haken in hun haren.
Tandenstokers, steelsgewijs ontsproten,
zouden zwellen tot gedraaide tafelpoten,
katoenen knoppen zouden openscheuren
tot pluchen harten die naar franje geuren,
en op de bergen zouden gipsen zuilen staan
die gipsen druiven huilen.
zouden zij grote bloemen zijn met lange snorren.
Vermagerde vliegen, dode torren
zouden blijven haken in hun haren.
Tandenstokers, steelsgewijs ontsproten,
zouden zwellen tot gedraaide tafelpoten,
katoenen knoppen zouden openscheuren
tot pluchen harten die naar franje geuren,
en op de bergen zouden gipsen zuilen staan
die gipsen druiven huilen.
Op het water dreven
bordkartonnen blaren,
de vlinders vielen uit elkaar tot losse vlerken
en van geur verdorden alle perken
als alle mensen eensklaps bloemen waren.
Leo Vroman (1915-2014)de vlinders vielen uit elkaar tot losse vlerken
en van geur verdorden alle perken
als alle mensen eensklaps bloemen waren.
uit: 262 Gedichten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten