maandag
20
Juni
Ik wil vandaag
een reiskostuum gaan kopen
in ’t ‘Huis voor Heren’ in de Kalverstraat.
Terwijl ik bezig ben de jas te knopen
en in de spiegel kijk hoe ’t pak mij staat
— u kunt het sluiten, maar men draagt het open,
zegt de bediende, die mij gadeslaat —,
zie ik, terwijl ik achteruit wil lopen,
een vreemde man staan in een zwart gewaad.
— Wie is hij? denk ik, als hij dóór mij gaat
en vóór mij is en in de spiegel staat,
als ik zijn ogen zie, van bloed belopen.
De achtertuin door, langs de vuilnishopen,
bang voor mezelf, ben ik in huis geslopen
en hang de spiegels om, waarin hij staat.
Ed Hoornik (1910-1970)
uit: Requiem (1938)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten