zaterdag 27 april 2024

 

zaterdag

27

april

J.C.Bloem-week

 


Loin d'eux

 

Zij, die de wreedheid van het leven lijden

In het gedruisch gevangen der fabriek,

Die me om gewaand geluk misschien benijden,

Gaan niet als ik zóó van dit leven ziek.

 

Zij vinden, na het slaafsche werk der dagen,

De bontheid van de vreugden langs de straat,

Een liefde, onstuimiger dan lentevlagen,

Die hen verteedert en verzadigd laat.

 

- Ik ga den tragen gang der eendre dagen

Langs hen, wier leven mijn bestaan doorweeft,

En niemand, die zijn hart nijgt naar het vragen,

Dat in mij hunkert en naar vrijheid streeft.

 

Geen, wiens verwantschap tot mijn droom kan reiken.

Want ik ben wars van deze middelmaat

Van vreugde en leed: zoo zeer elkaars gelijken,

Dat ik ze als dagelijksche laagheid haat.

 

Maar soms, wanneer ik neder ben gezeten

Met hen, wier woorden gaan, wier lachen klinkt

Tevreden met wat hun werd toegemeten -

Dan is het mij, of alles mij ontzinkt.

 

Dan suist het om me en duistren de gelaten,

Dan trekt een floers voorbij het lampenlicht.

Nog hoor ik wel de monden lachen, praten,

Maar van heel ver, niet meer tot mij gericht. 

 

En een begeerte grijpt mij om te vluchten

De worgende engheid uit van dit bestaan,

't Leven te vieren en, na veel genuchten,

In zijn schallenden stroom ten ondergaan.

 

Even - dan dragen mij weer de oude gronden,

Waar ik mij zonder lust hervind of pijn.

Ik weet mij onderworpen en gebonden,

En kan weer met en zooals allen zijn.


J.C.Bloem (1887-1967) Uit: Het verlangen

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten