Woensdag
14
Maart
Cafetaria
In dit café komen
alleen proleten,
Verloopen journalisten,
paria’s
Met jassen aan
tot op de draad versleten:
Het onvolprezen
cafetaria.
Hier ben ik thuis
en sta naast mijn genoten
Te blazen in een
kopje dunne snert.
Een bleeke juffer
heeft me aangestooten
Wat het begin van
een verhouding werd.
Ik zie
voortdurend al die menschen kauwen
Op happen in een
knappenden croissant;
Aan glazen sorbet
lurkende mevrouwen
Houden een
dreinend mormel aan de hand.
Het stinkt naar
eten en naar natte jassen,
Slechte sigarenrook
en navycut.
Over de steenen
vloer vormen zich plassen,
Links in den hoek
is iemand ingedut.
G.H.’s-Gravesande Pannekoek (1882-1965)
Uit: Verzen van een eenzaam man .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten