Woensdag
16
Mei
Alcyonisch
Veerman, mag ik overvaren?
Als ge me ’t veergeld in mijn hand geeft.
Veerheld heb ik niet te geven:
Die ik aanhing nam mij alles.
Zing mij dan een lied, vrouw Naamloos
Van de ijsvogel bij de tweestroom,
Van zijn nest – het onontdekte –
Gij, die hem vermocht te naderen.
Ik, die hem vermocht te naderen,
Die de koningstooi mocht dragen,
Het kobalten vederkleed,
Veerman Dood, ik ben gereed:
Wat gij hebt gewaagd te vragen
Zingt u die vrouw Naamloos heet.
Ida Gerhardt
Uit: Vijf Vuurstenen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten