Woensdag
25
Juli
DENKEND AAN NEESKENS
Denkend
aan Neeskens
zie ik benen als lieren
traag door oneindig
grasland gaan,
bundels oneindig
zwellende spieren
als rode pluimen
in zijn armen staan,
en in de geweldige
ruimte daarachter
zijn tegenstanders
verspreid op het land:
halflinies, spitsen
geknotte stoppers,
kermend en kronkelend
in vers verband.
Zijn adem gaat zwaar
en zijn grommende vloek wordt
in Fadroncs troostende
armen gesmoord,
maar in heel de wereld
wordt het blonde gevaarte
met zijn eeuwige dampen
gevreesd en gehoord.
zie ik benen als lieren
traag door oneindig
grasland gaan,
bundels oneindig
zwellende spieren
als rode pluimen
in zijn armen staan,
en in de geweldige
ruimte daarachter
zijn tegenstanders
verspreid op het land:
halflinies, spitsen
geknotte stoppers,
kermend en kronkelend
in vers verband.
Zijn adem gaat zwaar
en zijn grommende vloek wordt
in Fadroncs troostende
armen gesmoord,
maar in heel de wereld
wordt het blonde gevaarte
met zijn eeuwige dampen
gevreesd en gehoord.
Michel v.d. Plas
Geen opmerkingen:
Een reactie posten