Zaterdag
25
Augustus
WONINGLOOZE
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen,
Nooit vond ik ergens anders onderdak;
Voor de' eigen haard gevoelde ik nooit
een zwak,
Een tent werd door den stormwind
meegenomen.
Alleen in mijn gedichten kan ik wonen.
Zoolang ik weet dat ik in wildernis,
In steppen, stad en woud dat
onderkomen
Kan vinden, deert mij geen
bekommernis.
Het zal lang duren, maar de tijd zal
komen
Dat voor den nacht mij de oude kracht
ontbreekt
En tevergeefs om zachte woorden
smeekt,
Waarmee ‘k weleer kon bouwen, en de
aarde
Mij bergen moet en ik mij neerbuig
naar de
Plek waar mijn graf in 't donker
openbreekt.
J.Slauerhoff
Geen opmerkingen:
Een reactie posten