Maandag
10
September
Geef mij eenmaal, het deert mij niet hoe kort
De vrede van een hart dat niets meer schort:
Zo bad ik , toen ik jong was, in mijn nood.
Is, wat ik vroeg, iets anders dan de dood?
Maar ik wist het niet en, achter leed en lust,
Was ’t ene dat is steeds begeerde: rust.
Nu, wetend dat mijn hart het leven wil,
Wordt de oude ontbering eindelijk in mij stil.
Wat mij zo smartelijk gescheiden scheen,
Onrust en rust, - ik voel hen beide, in één.
Dit is de vrede, een diep en helder licht,
Doorglanst mijn zacht gepeins, mijn stil gedicht.
P.N.van Eijck (1887-1954)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten