Vrijdag
9
November
MIJN PLAATSGENOTEN WAREN OVERTUIGD:
jij was een duivelsjong en ik een heks.
Dat ik een kind droeg zonder me met seks
te hebben ingelaten was iets geks.
Maar ik heb sinds je in me was gejuicht.
Ik prees jouw komst. Mij leek het
aanstonds juist
dat ik uit alle mij bekende vrouwen
was uitverkoren jou een nest te bouwen,
een jou, mijn grootste meester, waardig
huis.
Jouw koningschap ten spijt bleef men
besmuikt
mij nawijzen wanneer jij kruik na kruik
gevuld had of een brood vermenigvuldigd.
Ik bleef een heks of hoer. Zelfs jouw
geduldig,
potsierlijk lijden aan dat malle kruis,
waaronder ik gemeende tranen weende
maakte maar weinig indruk op dat tuig.
Mijn vrees is groot dat straks de
goegemeente
mij jouw gebeente in de schoenen
schuift.
Neeltje
Maria Min
Geen opmerkingen:
Een reactie posten