Vrijdag
15
Maart
Het Kind
Wonderlijk is het kind verbonden met de dingen:
Zachte schaduw van blaren op de grond,
Een kleine ritselende rots seringen,
Het vonkend water in de havenmond,
Het lichte wiegen van sneeuwvlokken, ’t glijden
En smelten langs het warme vensterglas,
Het dof-muziekend ijs waar schaatsers rijden
En hij terzij staat op ’t bevroren gras:
Hij weet het niet, maar door zijn grote ogen
Zinkt het als in een onvertroebeld meer
En, ouder geworden, over zichzelf gebogen,
Vindt hij het alles op de bodem weer.
W.Hessels (1906-1949)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten