Vrijdag
26
April
Haec pecunia non olet
Niet eerder waren zintuigen zoveel
aan geld verplicht als in
dit uur:
de ijsvogel, voorgoed naar daar
gevlogen waar
de zonnebloem haar hoofd
buigt
in het paarse doven van een
toren vuur
naar daar
waar Vondel al veel eerder
't zwijgen ertoe deed
nadat hij 't kwartje hoorde
vallen, wist
wat u en ik nu weet
dat er niets mooiers is dan
geld
te kunnen ruiken,
geschiedenis te snuiven
uit papier, biljetten
bier, beduimeld bloed
of zweet, een kinderhand
o neem mij naar dat verre
land
waar hij niet komen gaat,
die euro zonder geur, o!
Deodora Flipse (29-12-2001)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten