Zondag
De oude kroeg
Ik houd zozeer van
die verlaten kroegen
buiten de stad in
het namiddaguur,
men droomt er
rustig, wachtend op den vroegen
schemeravond, naast
een gezellig vuur.
Sedert een eeuw
misschien ligt hier wit zand
op de geschuurde en
uitgesleten planken.
Alles is oud, de
stoelen en de blanke
tafels. Dit is een
huis, een vaderland.
'k Zie door het raam
een tuin die druipt van regen,
de winterlucht is
mistig, grijs en geel,
en alles wat ik
lijdzaam heb verzwegen
dringt plots in
kroppend snikken naar mijn keel.
En toch ben ik
gelukkig, want nooit kende
mijn jeugd den vrede
die ik nu gevoel;
'k weet mij nu nader
bij mijn menslijk doel:
de dood, maar zonder
't masker der ellende.
Jan van
Nijlen (1884-1965)
Uit: Verzamelde
Gedichten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten