woensdag
3
3
april
Aan een verrader van het vaderland
’t Was nacht, toen uw moeder u baarde,
Een nacht, zo zwart als immer was.
Een leger van helse geesten waarde.
’t Gevogelte liet een naar gekras,
Door ’t aklig woud, tot driemaal horen.
De zee werd woedend, klotste en sloeg,
Wat zelfs, tot in de hemelkoren,
De engelen schrik in het hart joeg!
Uw moeder zag u – en het leven
Ontvluchtte aan haar beklemde hart!
Uw vader schrok – stond te beven –
Zeeg neer – overwonnen door de smart,
Toen een stem, net als een donder,
Klonk door het huis, dat u ontving:
“Dat elk zich van dit kind afzondere!….
“Natuur wrocht hier een aterling!
“Zij heeft hem, tot een straf der
volken,
“In ’s hemels grimmigheid gebaard!
“De slechtste geest uit ’s afgronds
kolken
“Zal hem beschermen op deze aard!
“Hij zal zijn vaderland verraden!
“De vrijheid trappen op de borst!
“Geen goud zal ooit zijn ziel
verzadigen,
“Die steeds naar meer schatten dorst!
“Hij zal, kan het slechts zijn hebzucht
voeden,
“Een gemene slaaf van de vorsten zijn!
“Waar hij onschuldigen ziet bloeden,
“Daar zal zijn vreugd en wellust zijn!
“Zijn hele ziel zal valsheid wezen!
“Zijn mond een kerker vol bedrog!
“Zijn helse ziel zal niemand vrezen;
“Steeds juichend denken: ‘“k werke nog!….
“U zou vergeefs zijn werking storen!
“Vergeefs is hier een fors geweld!
“Tot ramp voor ’t vaderland geboren,
“Is hij ten vloek van het volk gesteld!”
Verrader! monster! vloek der aarde!
Vernederend schepsel van de natuur!
Gods wraak, die u tot heden spaarde,
Verdelge u ooit door ’s hemels vuur!
Jacobus Bellamy (1757-1787)
Bellamy’s roem was, meer nog dan op zijn liefdespoëzie, gebaseerd op zijn
politieke gedichten. Berucht is zijn gedicht ‘Aan eenen verrader des
Vaderlands’, gepubliceerd in het patriottrische tijdschrift De Post van den
Neder-Rhijn van 12 oktober 1782 en naderhand opgenomen in Bellamy’s
Vaderlandsche gezangen (1783). Vermoedelijk is het gedicht ook als pamflet
verspreid. Met de verrader van het vaderland wordt stadhouder Willem V bedoeld,
die zonder blikken of blozen wordt beschreven als het grootste monster dat ooit
op aarde rondliep. Onder meer door dit gedicht kreeg De Post van den
Neder-Rhijn op 25 oktober 1782 een tijdelijk verbod.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten