dinsdag
17
17
maart
Een kind als dit
In deze
zinsbegoochelende duisternis komt, over een pad
van gedoofd sterrengruis, barrevoets een heel klein jongetje
aangeschuifeld, zijn ogen half toegeknepen, zijn blik
slaperig en ongericht, de nachtwind strijkt haast liefdevol
door het geelblonde, licht krullende haar –
van gedoofd sterrengruis, barrevoets een heel klein jongetje
aangeschuifeld, zijn ogen half toegeknepen, zijn blik
slaperig en ongericht, de nachtwind strijkt haast liefdevol
door het geelblonde, licht krullende haar –
de kou heeft zijn
minieme piemeltje verschrompeld
net als het scrotumpje daaronder,
waarin nog niets lijkt ingedaald
net als het scrotumpje daaronder,
waarin nog niets lijkt ingedaald
hoe manmoedig duwt hij
zijn stroeve, driewielige looprek
niet voort, het houten handvat is zijn enige houvast
nu hij in al die naderende, wringende bochten nooit zijn grip
kwijt mag raken, de stangetjes van het gelaste
onderstel zijn zo fragiel, dat het dadelijk, daarginds
wel eens heel erg mis zou kunnen gaan
niet voort, het houten handvat is zijn enige houvast
nu hij in al die naderende, wringende bochten nooit zijn grip
kwijt mag raken, de stangetjes van het gelaste
onderstel zijn zo fragiel, dat het dadelijk, daarginds
wel eens heel erg mis zou kunnen gaan
maar wie stuurde hem,
met een klets op zijn gat, een ferme
klap op een van zijn broze schoudertjes, het ongewisse
van de wereld in, zonsopgangen, pesthaarden, dampende
mestvaalten, liefdesnesten, gebrandschatte gehuchten
en vertrapte graanakkers, veelbelovende regenbogen tegemoet?
klap op een van zijn broze schoudertjes, het ongewisse
van de wereld in, zonsopgangen, pesthaarden, dampende
mestvaalten, liefdesnesten, gebrandschatte gehuchten
en vertrapte graanakkers, veelbelovende regenbogen tegemoet?
uit alle macht tracht
hij de dunne staak, aan het eind
waarvan een paar windmolentjes prijken, in balans te houden
terwijl hij zelf ternauwernood zijn evenwicht bewaren kan
waarvan een paar windmolentjes prijken, in balans te houden
terwijl hij zelf ternauwernood zijn evenwicht bewaren kan
voetje voor voetje –
en dat al eeuwenlang
Hans Tenteije, in Het
Liegend Konijn. Jaargang 5 (2007)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten