woensdag
5
oktober
Leraar Nederlands als dode taal
Als de enige baan die ik kan krijgen
leraar Nederlands als een dode taal is — de
anderen hebben het opgegeven
of zijn verdwenen — begin ik met lijstjes woorden
die ongeveer hetzelfde klinken? Met welke
gedichten zou ik beginnen
als ik iets wilde lezen met de klas? Een opdracht
voor een heel ander vak:
bedenk wie er Nederlands zou willen leren wanneer
niemand het meer spreekt,
en beschrijf hoe ze eruitzien: de vrouw van wie de
grootmoeder
uit een verdronken dorp kwam, de jongen van twaalf
wiens vader en moeder zeiden dat hij ten minste
één vak serieus moest nemen
en hij koos dit uit een lange lijst, ook om te
zien of ze hem
tegen zouden houden. Er zijn veel leraren in de
Nederlandse poëzie,
de beste misschien in Latijn en Grieks,
en Ida Gerhardt die weer bij Leopold in de klas zat
gebruikt het woord ‘onaangeraakt’ in het gedicht
waarin zij haar klas uitlegt
dat één woord in het Grieks zowel ziel als vlinder
betekent (en in het Hebreeuws,
zeg ik, een taal waarvan Ida Gerhardt,
psalmvertaalster, veel meer weet dan ik
betekent hetzelfde woord ziel en wind en in het
Nederlands
betekent ziel niets meer voor wie het woord in de
mond neemt,
behalve om aan te duiden waar anderen het ooit
over hadden,
dus blijft er enkel over: vlinder en wind) en in
een ander gedicht
schrijft Ida Gerhardt opnieuw ‘onaangeraakt’,
over Socrates wanneer die over waar een drempel
zou kunnen zijn heen stapt
en het gedicht waarin zij over ‘waterlaarzen’
schrijft
is over woorden in de eigen taal cadeau krijgen,
soms twee meteen achter elkaar,
alsof ze als jongen en meisje aan elkaar
voorgesteld zijn en dat nog steeds weten.
Nachoem M. Wijnberg (1961)
uit: Namen noemen (2022)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten