Woensdag
7
Augustus
Een jongen verzoekende op de kermis te gaan
Een jongen sprak beschroomd aldus zijn vader aan:
Ach! mocht ik, als 't u blieft, mee na de kermis gaan?
Mijn neefjes staan gereed. De man zei: 't mag niet wezen.
Gij moet hier stil in huis de catechismus lezen.
Denk, wat Salomon heeft gezeid:
De wereld is maar ijdelheid,
Een opgesmukte pop, waarvoor de jeugd moet vrezen.
Ja, sprak de jongen, dat zei Salomon misschien
Nadat hij honderdmaal de kermis had gezien.
Een jongen sprak beschroomd aldus zijn vader aan:
Ach! mocht ik, als 't u blieft, mee na de kermis gaan?
Mijn neefjes staan gereed. De man zei: 't mag niet wezen.
Gij moet hier stil in huis de catechismus lezen.
Denk, wat Salomon heeft gezeid:
De wereld is maar ijdelheid,
Een opgesmukte pop, waarvoor de jeugd moet vrezen.
Ja, sprak de jongen, dat zei Salomon misschien
Nadat hij honderdmaal de kermis had gezien.
Pieter Langendijk (1683-1756)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten