Woensdag
4
november
Weerkeer
De zon schijnt en
het is november
weer keert de warmte en zij schraagt
het hart dat steels, maar steeds ontremder
om langverloren vreugde vraagt.
En in de duinen, uitgelaten,
liep ik met mijn ogen dicht;
huiswaarts scheen er uit de straten
zongekleurd namiddaglicht.
Laat de jaren nu maar komen,
er is allengs geen onderscheid
meer tussen onuitspreekbare dromen
En wat geleefd wordt en verbeid.
Onnodig zijn de prille wegen
om te ontkomen aan de tijd;
Altijd gelukkig, altijd zegen,
Altijd dit stille hart, altijd.
weer keert de warmte en zij schraagt
het hart dat steels, maar steeds ontremder
om langverloren vreugde vraagt.
En in de duinen, uitgelaten,
liep ik met mijn ogen dicht;
huiswaarts scheen er uit de straten
zongekleurd namiddaglicht.
Laat de jaren nu maar komen,
er is allengs geen onderscheid
meer tussen onuitspreekbare dromen
En wat geleefd wordt en verbeid.
Onnodig zijn de prille wegen
om te ontkomen aan de tijd;
Altijd gelukkig, altijd zegen,
Altijd dit stille hart, altijd.
Michiel van de Vliet
Geen opmerkingen:
Een reactie posten