Maandag
18
juli
Winterstilte
De grond
is wit, de nevel wit,
De wolken,
waar nog sneeuw in zit,
Zijn wit,
dat zacht vergrijzelt.
Het
fijngetakt geboomte zit
Met witten
rijp beijzeld.
De wind
houdt zich behoedzaam stil,
Dat niet
het minste takgetril
't
Kristallen kunstwerk breke,
De klank
zelfs van mijn schreden wil
Zich in de
sneeuw versteken.
De grond
is wit, de nevel wit,
Wat
zwijgend tooverland is dit?
Wat hemel
loop ik onder?
Ik vouw de
handen en aanbid
Dit
grootsche, stille wonder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten