Dinsdag
5
5
september
Twaalf grafgedichten voor Kira van
Kasteel
obiit October 1950
Eerste
grafgedicht
Uw weefgetouw met purper,
ros en groen,
geworpen en gewisseld naar
uw lust,
uw spoel en spinnewiel zijn
nu gerust.
Gij Spaansch, scherp vuur,
in Holland koel
getemperd, maar nog
brandend in het bloed
met bittre prikkelingen door het zoet.
Gerecht, onomgekocht
Inquisiteur,
hebt gij de menschen en hun
Maker onderzocht
dan woordloos verder aan uw
werk gewrocht.
Tengere kracht, en
koninklijke keur;
Prinses, die d’assche
rakelt in de haard,
was al uw armoe goud, omdat
gij ’t waart.
De herfst bevrucht den
grond met zomerpracht,
en gij wordt aarde, uw
oogen mild en grijs,
uw sterke tanden worden
zelve spijs.
Vaarwel in eeuwigheid, uw
rust zij zacht!
Wij zijn bevrijd om u, die
stoffeloos
alles ineens verliet, en
vrijheid koost.’
Christine D’haen
(1923-2009)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten