Vrijdag
8
8
september
Twaalf grafgedichten voor Kira van
Kasteel
Vierde
grafgedicht
Gelijk een wandtapijt, gewerkt uit wol en zijde,
ontworpen om Pomona's eeuwig fruit
vol donkergroen en rood in korven uit te
spreiden,
in bosschen, park en wei, getorst door zware
vrouwen
weemoedig bij dien overvloedigen buit,
geleek het leven u, zoolang gij 't mocht
aanschouwen;
zoals een warm seizoen waarin de vruchten
zwellen
naar sap en geur volkomen opgebeurd
boven de draagsters die half achterover hellen
heffend hun even volle rijkgebruinde borsten,
geleek het u, zoo smakelijk gekleurd
dat ’t hart der menschen gansch ernaar moest
dorsten,
met een begeerte zoo ontbrand dat elk begeeren,
bevredigd, werd verdubbeld door een drift
om de bevrediging der lusten te vermeeren,
het hart verhongerd door een altijd durend
derven:
het ware levenssap, een bitter gift
dat u vergiftigd heeft tot aan uw bitter
sterven.
Christine D’haen
(1923-2009)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten