dinsdag
14
14
mei
Psalm 1
Gelukkig de mán *
Die niet treedt in het overlég van de bózen,
Op de weg van de schenders geen vóet zet, *
Niet zit in de kring van de spótters;
Die veeleer zich vermeit in de wet van de Héer, *
Zijn wet overpéinst dag en nácht.
Als een boom is hij, wortelend waar wáter stroomt, *
Die vrúcht draagt in het seizóen;
Zijn gebladerte zal niet verdórren. *
Tot ontplooiing komt ál wat hij dóet.
Hoe anders de bozen! Zij zijn als het káf: *
De wínd blaast het wég.
Zie, geen boze bestaat het gerícht, *
Geen schender de ráad der rechtváardigen,
Want de Heer kent de weg der rechtváardigen, *
Doch het pad van de bózen breekt áf.
Eer zij de heerlijkheid Góds: *
Vader, Zóon en Heilige Géest.
Zo was het in den beginne,
Zo zij het thans en voor ímmer; *
Tot in de éeuwen der eeuwen. Ámen.
Ida Gerhard (1905-1997)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten