woensdag
17
17
juli
God’s wijze liefde had ’t heelal
geschapen:
vol lente, net als de appelbomen
bloeien;
weldadig-groen liet voor het vee Hij
groeien
het gras, voor ons doperwtjes en
knolrapen,
’t varken om spek en ham, om wol de
schapen,
om boter, kaas, melk, leer, vlees, been
de koeien;
waar steden zijn, liet Hij rivieren
vloeien;
het zonlicht spaarde Hij uit, als wij
toch slapen.
De sterren schiep Hij, om de weg te
wijzen
aan brave kooplui op stoutmoed’ge
reizen;
Hij schiep kaneel, kruidnagels,
appelsientjes,
het ijzer voor de ploeg, het hout voor
huizen,
hij schiep het zink voor
waterleidingbuizen,
En ’t goud voor ringen, horloges en
tientjes.
J.A. Dèr Mouw (1863-1919)
uit: Nagelaten verzen (1934)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten