zondag
14
14
juli
Eros V
O stille stemming van het zonnezinken,
die op het dakenrood der huizen zijgt,
en wijding wekt waar 't woelig leven zwijgt
in 't dage-slinken.
Zinkt de avond niet op 't aangezicht der tinnen
gelijk de sluier op een vrouwe-wang,
die juist gekust werd in den zuivren drang
van schoon beminnen?
Rust de avond niet, na dezen dag van liefde,
om mijne lauwe, licht-bebloeide koon,
in 't huivren van den occarina-toon
die vroeger griefde?
En pinkend aan den donkren hemel hangen
wat witte sterren, teer van bleeken glans.
Ik droom van de beminde... Zou ik thans
nog méér verlangen?
O stille stemming van het avond-dalen,
die mijn gedachten aan de liefste wijdt!
Zoo ben ik kalm en kan van zaligheid
niet ademhalen ..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten