zaterdag
20
20
juli
De zwemmer
Hij liep de polders door en zag den
plas,
waarop het avondlicht in rimpels
vloeide,
waarop een boer, pijp-rookend,
huiswaarts roeide,
en eenzaamheid der dingen aanschijn was.
En zich ontkleedend werd hij zelf gewas,
dat vleezig neven riet en andoorn
groeide,
waar klaver geurde en de wind licht
stoeide,
en vogelroep over de wijdte was.
Hij zwom ver uit, keerde, en liet zich
drijven
over het water naar het wolkenland,
hij was hun beider zoon, en wilde
blijven.
Maar damp steeg snel, onrust en bangheid
kwamen,
wilgen en elzen krompen aan den kant,
een vluchtend grutto riep verwarde
namen.
Ed. Hoornik
(1910-1970)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten