dinsdag
24
24
september
Het vragend Koosje
’t Knaapje met dat zwart gezigt,
’t Welk mij niet verstaat;
Vader! Zou het zonde zijn
Als ik ’t Moortje haat?
’t Is zoo lelijk in mijn oog
Met een apensnoet:
Is dat Joodje ook al een mensch
Met dat schoenengoed?
De vader:
Gij stelt zeker, lieve kind!
Al mijn zorg te leur
Zoo ge uw evenmensch veracht
Enkel om de kleur.
God schiep zwart, en bruin, en wit,
Uit hetzelfde bloed,
Gaf aan allen ’t zelfde hart,
Doet aan allen goed.
’t Joodje is uw broeder ook,
Heb hem lief, mijn kind!
Vader Abram was een Jood
En God was zijn vrind.
Zijt dan vriend van elken mensch
Doe aan allen wel;
Denk: in ’t land, waar negers zijn,
Lacht m’ om ’t blanke vel.
Petronella Cornelia van Alphen (1763-1833)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten