Woensdag
11
maart
DE
FRANCTIRELIRS
Geen
Pennewip met brillende argus-ogen
hebben
wij ooit één regel toegedacht.
Geen
jongedames, die beheerst en zacht,
als
door een rietje, van de leuren zogen.
Geen
kenners die, waar zij nooit jokken mogen,
trouw
prijzen wat vertrouwd is, langgeacht.
Geen
vakmanswijsheid hebben wij betracht,
geen
boekwinkeltriomfen overwogen.
Geen
koster, hoe genaamd, hoe bijgepompt,
maakt
onze maag afkerig van 't gekruide.
Geen levensles,
geen preek, hoezeer vermomd,
geen
etika kan ièts voor ons beduiden.
De
poëzie blijft, naakt en ongekromd,
een
tijdverdrijf voor enkle fijne luiden.
uit:
Parlando 1922
Eddie du
Perron
Geen opmerkingen:
Een reactie posten