Zaterdag
31
31
December
Epiloog
Vergeet
het jaar dat u weemoedig maakt,
Vergeet het jaartal dat u heeft doen beven,
Vergeet de helden die voor ’t voetlicht sneven,
Vergeet het ziekbed waar gij hebt gewaakt.
Vergeet het jaartal dat u heeft doen beven,
Vergeet de helden die voor ’t voetlicht sneven,
Vergeet het ziekbed waar gij hebt gewaakt.
Niets
is er dat niet in ’t vergeetboek raakt,
Waar zichtbaar slechts het jaar staat opgeschreven
Waarin wij fel en onnadenkend leven,
Zodat men opgelucht het blaad’ren staakt.
Waar zichtbaar slechts het jaar staat opgeschreven
Waarin wij fel en onnadenkend leven,
Zodat men opgelucht het blaad’ren staakt.
Maar
and’ren willen, dat men ’t jaar omarmt
Als een geliefde van wie men gescheiden
Ter lange loutering door ’t noodlot is.
Als een geliefde van wie men gescheiden
Ter lange loutering door ’t noodlot is.
En
wie zich zó over het jaar erbarmt
Vergeet zijn angst en zijn bekommernis
En vindt een goudmijn in de nacht der tijden.
Vergeet zijn angst en zijn bekommernis
En vindt een goudmijn in de nacht der tijden.
Simon Vestdijk (1898-1971)
uit: Gestelsche liederen (1949)
uit: Gestelsche liederen (1949)