Donderdag
31
31
augustus
Bevrijd
Bomen en struikgewas,
takken en blaren
geel of getint en
vervaald of gekleurd,
vormen nu weer ’t
paradijs dat zij waren
toen er nog niets was
gebeurd.
Weer is er stilte in
de bruine ravijnen,
ruist in de kruinen ’t
gerucht van de zee
en aan de vijver, die
glanst, staat het kleine
drinkende ree.
Weer heeft de wereld
het uitzicht van vroeger,
de ijsvogel snort als
een vuurpijl voorbij
en aan de grens van
het woud trekt de ploeger
langzaam zijn voor in
de klei.
Toch lijkt mij alles
een droom uit de dode
dagen der jeugd:
onwaarschijnlijk en broos.
Waar is de werklijke
kleur van de rode
bessen der Gelderse
roos?
Waar is het lied dat
slechts één maal te horen
was, toen de schoonste
der zomers begon?
En ook de kleur van
dien dag ging verloren…
Waar is zijn zuivere
bron?
In de eenzaamheid, als
een grijze bedreiging,
wordt het verleden
weer wakker in mij:
daar is de weg waar ik
eenmaal voorbijging…
Ik ben niet langer
meer vrij.
Jan van Nijlen (1884-1965)
uit: de Slaapwandelaar
Geen opmerkingen:
Een reactie posten