woensdag
26
26
juli
De Elyzeese velden
Een zuivre lucht kleedt hier met purperglans de velden,
Een zachte rozengeur golft over 't jeugdig land,
Met lauwerbossen en gewijde mirth beplant.
Hier groeit onsterflijk ooft aan dikgezwollen trossen,
Het zilver beekje glijdt door eeuwig groene bossen,
Omzoomd met bloemen, die zich spieglen in 't kristal:
Een andre zon beschijnt dit zalig zielendal,
Wier zachte stralen door de olijvenblaadren zweven,
En ongevergd aan de aard haar schatten op doen geven!
Der jaargetijden loop is nimmer hier bekend,
Elk drinkt hier in de vreugd der altijd schone lent;
Ja de aard van alles is hier eeuwig, onverderflijk,
't Is alles hier genot, en dat genot onsterflijk.
Een zuivre lucht kleedt hier met purperglans de velden,
Een zachte rozengeur golft over 't jeugdig land,
Met lauwerbossen en gewijde mirth beplant.
Hier groeit onsterflijk ooft aan dikgezwollen trossen,
Het zilver beekje glijdt door eeuwig groene bossen,
Omzoomd met bloemen, die zich spieglen in 't kristal:
Een andre zon beschijnt dit zalig zielendal,
Wier zachte stralen door de olijvenblaadren zweven,
En ongevergd aan de aard haar schatten op doen geven!
Der jaargetijden loop is nimmer hier bekend,
Elk drinkt hier in de vreugd der altijd schone lent;
Ja de aard van alles is hier eeuwig, onverderflijk,
't Is alles hier genot, en dat genot onsterflijk.
J.F. Helmers (1767-1813)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten