Zondag
26
26
november
Langs
de oever
Ik
struinde weer eens langs de Oude Rijn.
Het lange gras stond vol met vliegenzwammen.
Mijn rug vond rust bij witte berkenstammen.
Zo’n plekje om perfect alleen te zijn.
Ik werd gewekt door strelende gezangen.
Een stem zo broos als late zonneschijn
zong van november in een herfstrefrein.
De klanken bleven in de nevel hangen.
Toen werd het stil, er klonk alleen nog water.
Ik zocht en vond de bron minuten later.
Daar stond een man, de stem door mij aanbeden,
met helm, geel vest en laarzen van groen rubber
tot aan zijn enkels in de koude blubber
vlak naast het bordje “OEVERWERKZAAMHEDEN”.
Het lange gras stond vol met vliegenzwammen.
Mijn rug vond rust bij witte berkenstammen.
Zo’n plekje om perfect alleen te zijn.
Ik werd gewekt door strelende gezangen.
Een stem zo broos als late zonneschijn
zong van november in een herfstrefrein.
De klanken bleven in de nevel hangen.
Toen werd het stil, er klonk alleen nog water.
Ik zocht en vond de bron minuten later.
Daar stond een man, de stem door mij aanbeden,
met helm, geel vest en laarzen van groen rubber
tot aan zijn enkels in de koude blubber
vlak naast het bordje “OEVERWERKZAAMHEDEN”.
Helder
Geen opmerkingen:
Een reactie posten